De titel laat niks aan de verbeelding over. Gekneld raken met het hoofd is iets wat we zeker willen vermijden. De uitkomst kan immers de dood betekenen voor het betrokken kind.
Om hoofdknelgevaar te testen kennen we een aantal hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen die we ook probes noemen gaan ons helpen om eventuele knelgevaren op te sporen.
Het kleine hoofd
Het kleine hoofd is een kopie van een kinderhoofd dat we vanaf boven bekijken. Het heeft een diameter van 130 mm.
Het lichaam (torso)
Deze probe simuleert het bovenlichaam van een kind, gemeten net onder de oksels. Het meet 89 mm bij 157 mm. Deze probe is er om een voeten eerst situatie na te bootsen.
Het grote hoofd
De benaming is op zich misschien wat oneerbiedig maar het is de reproductie van de grootste afstand die we aan een hoofd kunnen opmeten. De afstand van kin tot kruin kan immers problematisch zijn. Kinderen kantelen soms hun hoofd als ze dit door een opening stoppen. Van zodra ze de opening voorbij zijn draaien ze hun hoofd waardoor de opening plots te klein wordt om er terug uit te komen.