3.1 Hoofdknelgevaar

=> Hoofdknelgevaar testen we bij openingen die zich op minimum 600 mm van de grond bevinden. Er moet ook een niveauverschil aanwezig zijn tussen waar het kind de opening “neemt” en waar het uiteindelijk kan eindigen. ( bv opstapje waar een kind kan opstaan om de opening te nemen en meteen daarnaast een platform dat bv 50 cm lager gelegen is)

Voeten eerst

Hoofdknelgevaar kan zich voordoen in 2 vormen. Als eerste kennen we de voeten eerst situatie. Hierbij zal een kind eerst zijn voeten in de opening brengen, waarna het lichaam de opening doorgaat om te eindigen bij het hoofd.

Hoofd eerst

Als kinderen rechtopstaand door een opening kunnen kijken bestaat ook de kans dat ze hun hoofd door deze opening gaan proberen te steken. Het gevaar hier bestaat erin dat de opening voldoende groot is om een gekanteld hoofd erdoorheen te brengen, maar te klein om de grootste afmeting van het hoofd te laten doorgaan.

De beknellingslogica

Als we openingen nakijken op mogelijk knelgevaar dan is de logica dat als het kleinste lichaamsdeel door een opening kan ook het grootste lichaamsdeel dan door de opening moet kunnen.

Met andere woorden, als ofwel het kleine hoofd of de lichaamsprobe door een opening raken, dan moet het grote hoofd er ook doorheen kunnen.

Meer informatie ivm deze probes vind je onder 3.5 De probes voor het testen van hoofdknelgevaar